Huiselijk geweld: Ouderenmishandeling

Hulp bieden bij post en administratie doormiddel van vrijwillige inzet gebeurt vaak bij de mensen thuis.
Een hulpvrager kan ondersteuning krijgen bij het ordenen van de administratie, het in balans brengen van de inkomsten en uitgaven, aanpakken van (lichte) schulden en verwijzing naar Schuldhulpverlening. Tijdens deze dienstverlening krijgt de vrijwilliger veel persoonlijke informatie te zien en leert de hulpvrager goed kennen. Deze persoonlijke band kan ervoor zorgen dat vrijwilligers geconfronteerd worden met signalen ouderenmishandeling waaronder financieel misbruik. Op deze pagina op elke signalen jij en je vrijwilligers kunnen letten en welke stappen daarbij gepast zijn.

Komt vaker voor dan je denkt #

Eén op de 20 ouderen krijgt in haar of zijn leven te maken met ouderen mishandeling en op jaarbasis treft 1 op de 50 ouderen. Volgens Movisie en het ‘Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling’ neemt de kans op slachtofferschap toe met het ouder worden en daarmee de hulpbehoevendheid. Ouderenmishandeling komt in verschillende vormen. Hieronder zetten wij de verschillende typen ouderenmishandeling op een rij en benoemen enkele signalen. In de rest van het stuk focussen wij ons op financiële uitbuiting of misbruik.

  • Financieel misbruik: Het wegnemen of profiteren van geld en/of bezittingen van de oudere. Dit kan door diefstal, het verkopen of gebruiken van eigendommen, gedwongen testamentveranderingen of het misbruiken van PGB. Signalen zijn het verdwijnen van goederen, het financieel kort houden van ouderen waardoor er te weinig geld is, gebrek aan (medische) voorzieningen of plotselinge schulden.
  • Psychische mishandeling: Het kleineren, beledigen, bedreigen, vals beschuldigen of bevelen van een oudere. Dit kan door het ontzeggen van bezoek, het achterhouden van post of informatie. Gevolgen zijn dat iemands zelfvertrouwen wordt geschaad en iemands gevoel van veiligheid.
  • Fysieke mishandeling: Hier gaat het om fysiek geweld zoals slaan, duwen, schoppen, trekken, knijpen of door elkaar rammelen. Signalen zijn onverklaarbare blauwe plekken, schrammen, zwellingen, fracturen en brandplekken. Maar ook vastbinden aan bed komt voor met striemen aan pols of enkels tot gevolg. Minder zichtbaar is verwaarlozing, het geven van te veel of te weinig medicatie.
  • Verwaarlozing: Bij verwaarlozing gaat het om het onthouden van voeding, lichamelijke verzorging, adequate medische zorg. Signalen kunnen zijn onder behandeling, doorligplekken, ondervoeding, uitdroging en slechte hygiëne. Ook bij het stelselmatig negeren van behoeften aan ondersteuning, liefde, sociale contacten is een vorm van (psychische) verwaarlozing.

Belangrijke risicofactoren #

Gelegenheid maakt de dief. En dit lijkt bij ouderenmishandeling een rol te spelen. Uit onderzoek door Veilig Thuis blijkt dat er een aantal risicofactoren die een belangrijke rol kunnen spelen. De aanwezigheid van risicofactoren samen met bovengenoemde signalen kunnen belangrijke indicatoren zijn om vervolg acties te onderzoeken. Eenzaamheid en sociaal isolement zijn belangrijke risicofactoren voor financiële uitbuiting.

  • Toenemende afhankelijkheid: Doordat er met het ouder worden fysieke en geestelijke veranderingen optreden komt vaak ook meer afhankelijkheid van zorg en ondersteuning. Sommige nieuwe ontwikkelingen zijn al snel te complex zoals met digitalisering.
  • Beperkt netwerk: Ouder worden kan eenzaam zijn. Meer leeftijdsgenoten verlaten het leven of fysieke beperkingen belemmeren contact met de buitenwereld.
  • Geweld in de familie: Geweld in de familie kan van generatie op generatie worden doorgegeven en kan zo een vast gegeven zijn in bepaalde families.
  • Stress en ontregeling: Door verlies van geliefde personen of verhuizing kan stress voor een extra kwetsbaarheid zorgen. Bij mantelzorgers komt zoiets voor als ‘compassie-moeheid’.
  • Cognitieve teloorgang: Door niet aangeboren hersenletsel of dementie kunnen ouderen minder goed zelf de regie houden.

Wie zijn de daders en waarom? #

Soms zijn de daders onbekenden. Uit onderzoek is echter gebleken dat 85% van de plegers van
financieel misbruik uit de directe omgeving van de slachtoffers komen: gezins- en familieleden, buren,
kennissen, beroepskrachten of vrijwilligers, of onverwachte nieuwe ‘vrienden’.

“…toen ik een cliënt aantrof in haar huiskamer, twee weken voor haar verhuizing. Een reeds ontmantelde kille kamer zonder gordijnen. Omdat die niet pasten in haar nieuwe zorg appartement had de hulp deze alvast toegeëigend en meegenomen terwijl mevrouw er nog woonde. Zij had overigens ook interesse getoond in de wasdroger en de stofzuiger maar had die nog wel laten staan. En weer verscheen dat beeld toen een andere hulp op de dag van de verhuizing van haar werkgeefster al wat dingen uit het oude huis haalde die haar waren ‘toegezegd’. Daags daarna bleken er weer dingen te zijn ‘toegezegd’.”

Bron: Saskia Zonderland, Ouderen Verhuiszorg

De belangrijkste oorzaken lijken hebzucht en normvervaging te zijn. Voor mensen die zelf in de narigheid zitten kan de verleiding al snel te groot worden. Maar een dader kan ook van mening zijn er recht op te hebben. Zo kan er sprake zijn van ontspoorde mantelzorg. Door bijvoorbeeld overbelasting, onmacht of onkunde kan de grens van goede zorg langzaam overgaan in verwaarlozing, compassiemoeheid en toe-eigening.

Voor het slachtoffer is het moeilijk om er iets van te zeggen: je beschuldigt iemand die voor je klaar
staat immers niet zo gauw, en zeker niet als je afhankelijk bent. Er zijn situaties bekend van kinderen
die moeder onder druk hebben gezet: “als je er een probleem van maakt, zorg ik ervoor dat je je
kleinkinderen niet meer ziet’’. Dan moet je als moeder/oma sterk in je schoenen staan!

Wat kan jouw vrijwilliger doen? #

Movisie biedt een infographic met informatie en over ouderenmishandeling voor vrijwilligers. Ook is er een gratis e-learning die voor voor vrijwilligers is ontwikkeld. Als jouw vrijwilligers bij ouderen over de vloer komen of als er bij jouw vrijwilliger een vermoede speelt van ouderen mishandeling is het goed om deze infographic te delen en te bespreken tijdens een training of bijeenkomst. De belangrijkste vuistregels voor vrijwilligers volgens Movisie zijn:

  1. Zodra je als vrijwilliger denkt: “Het zal wel niets zijn, ik zie het vast niet goed” is dit een belangrijk signaal dat er mogelijk meer speelt. Als de band goed is kan de vrijwilliger met de oudere zelf in gesprek gaan om meer te horen hoe het echt met iemand gaat. In de infographic staan een aantal tips voor een dergelijk gesprek.
  2. Neem contact op met coördinator of bespreek je vermoedens tijdens intervisie. Het is altijd belangrijk onderscheid te maken tussen wat je denkt en voelt en wat je weet en ziet. Gesprekken met mede vrijwilligers en je coördinator kunnen hierbij helpen.

Kijk hier voor de gratis e-learning ‘Veilig ouder worden‘.

Wat kan jij als coördinator doen? #

Als zorgprofessional en ook als coördinator ben je sinds 2013 wettelijk verplicht bij signalen de stappen van de meldcode te doorlopen. Bij acuut gevaar neem je uiteraard contact op met de politie. Bij alle andere situaties doorloop je de meldcode. Maar dit hoeft vaak niet alleen. Met de invoering van deze wet, zijn er binnen veel organisaties en gemeenten Aandachtsfunctionarissen aangesteld, als aanspreekpunt op het gebied van huiselijk geweld, kindermishandeling of ouderenmishandeling. Deze functionaris heeft de regie bij de aanpak van zorgelijke situaties, en zorgt voor de implementatie van de meldcode. Het is zaak dat de coördinator Thuisadministratie weet wie binnen de gemeente, binnen de eigen organisatie of bij samenwerkingspartners, de Aandachtsfunctionarissen Ouderenmishandeling zijn. Om vervolgens met hen en de samenwerkingspartners afspraken te maken over de aanpak van ouderenmishandeling en financiële uitbuiting.

Bron: Ouderenmishandeling – Handreiking voor sociaal professionals. p. 16 Movisie 2021

Ook vrijwilligers dienen op de hoogte te zijn van deze meldcode. Vrijwilligers of in ieder geval de coördinatoren kunnen bij vermoeden van mishandeling of uitbuiting advies vragen of een melding doen bij Veilig Thuis. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Zie www.ikvermoedhuiselijkgeweld.nl. Verder is ook op www.huiselijkgeweld.nl per provincie te vinden welke organisaties advies of hulp kunnen bieden.

Overige tips en aandachtspunten voor coördinatoren en vrijwilligers #

Al tijdens het intakegesprek kan aandacht besteed worden aan het signaleren van financiële uitbuiting: Wie doet uw financiën? Hoe gaat dat en hoe ervaart u dat? In de pilot ‘voorkomen financiële uitbuiting’ in Almere zijn projectcoördinatoren getraind in hoe dit soort vragen in een gesprek te stellen. In Haarlem is een gesprekskaart ontwikkeld met richtlijnen voor een gesprek met ouderen over financiële uitbuiting. De gesprekstechnieken zijn belangrijk, omdat het een gevoelig onderwerp betreft.

Vrijwilligers die bij ouderen thuis komen, kunnen een belangrijke rol spelen bij het signaleren van financiële uitbuiting. Kennis is een eerste voorwaarde voor het herkennen van financiële uitbuiting. Wanneer vrijwilligers kennis hebben van mogelijke signalen van financiële uitbuiting of mishandeling, kunnen zij signalen herkennen, die zij anders niet zouden zien. Signalen kunnen bijvoorbeeld zijn het verdwijnen van waardevolle spullen of geld, plotseling onverklaarbaar geldgebrek of betalingsachterstanden, en weerstand tegen het geven van informatie over de financiën. Ook spanning of angst, en een problematische relatie met de ‘steunfiguur’ kunnen signalen zijn. Kennisvergroting over financiële uitbuiting kan de drempel wegnemen om het onderwerp bespreekbaar te maken, en leidt tot minder handelingsverlegenheid.

Het signaleren en bespreekbaar maken financiële uitbuiting of mishandeling is niet eenvoudig. Wanneer financiële uitbuiting of mishandeling aantoonbaar is, of dit wordt vermoed, moet er worden afgewogen wat binnen de relatie met een (potentieel) slachtoffer haalbaar en wenselijk is als het gaat om het uitspreken van vermoedens of het melden van feiten. Hierin speelt vaak een dilemma omtrent privacy en geheimhoudingsplicht. Deze afweging en het eventuele overgaan tot maatregelen, is een taak voor betaalde medewerkers, zoals bijvoorbeeld de coördinator Thuisadministratie. Wanneer een vrijwilliger het vermoeden heeft dat er sprake is van mishandeling of financiële uitbuiting, dient hij of zij dit altijd te melden bij de coördinator.


In bijlage 1 staat een toolkit met alle organisaties die een rol kunnen spelen bij het signaleren en tegengaan van financieel misbruik en ouderen mishandeling. Richt jouw project zich ook op ouderen, dan is het goed kennis te nemen van deze toolkit.

Powered by BetterDocs