Programmamanager Hille Hoogland vertelt.

“Maatwerk moet mogelijk zijn!” Programmamanager Hille Hoogland vertelt. “Ik vind het heel gaaf om een bruggenbouwer te zijn.”

In deze rubriek interviewen we mensen die verbonden zijn aan het LSTA. In dit artikel maak je kennis met Hille Hoogland. Zij is programmamanager van het LSTA en Intern Coördinator voor de Alliantie Vrijwillige Schuldhulp (AVS), een landelijk samenwerkingsverband waar LSTA deel van uitmaakt samen met Humanitas, Schuldhulpmaatje, IOT, SMN en het Leger des Heils.

Heb jij een vraag? Mail of bel ons! Of je nu met een nieuwe situatie worstelt, of je aanpak wil delen met andere vrijwilligerscoördinatoren, wij delen je verhaal en helpen je bij je zoektocht.

Even voorstellen

Ontmoet Hille Hoogland, als antropoloog al vijftien jaar actief in de armoedebestrijding en afgelopen twee jaar bij het LSTA. “In mijn werk draait het altijd om mensen versterken, kansen aan te reiken op allerlei manieren. Ik vind het heel gaaf om een bruggenbouwer te zijn. Versterken en verbinden zijn twee waarden die als rode draad door mijn werk lopen. En als antropoloog breng ik graag verschillende perspectieven bij elkaar.”

Voordat ze bij het LSTA kwam werkte Hille in Amsterdam. “Eigenlijk zijn de problemen in alle gemeentes heel erg hetzelfde. De voorzieningen voor mensen met geldproblemen zijn overal zo complex geworden. In Amsterdam is de infrastructuur wel heel groot, er is heel veel aanbod, maar waar kan jij als hulpvrager dan het beste terecht met jouw probleem? Dat kan erg complex zijn.”

Leren van het netwerk

Samen met haar collega’s en met de partners van het LSTA verzorgt ze trainingen voor coördinatoren van lokale vrijwilligersinitiatieven rondom hulp bij geldzaken. Ondertussen zorgt ze dat de juiste mensen met elkaar in gesprek komen.

“Er komen geregeld vragen binnen, sommige mensen gebruiken het contactformulier of mailen direct de info mail, en anderen bellen op”. Bijvoorbeeld een financieel café opzetten, hoe doe je dat? Er zijn goede voorbeelden van in sommige grotere gemeentes. We houden sowieso de e-mail goed in de gaten, zorgen dat vragen terecht komen bij het teamlid dat daar het beste mee kan helpen. Als mensen de voicemail inspreken bellen we altijd terug. Het hele team helpt mee.”

Houvast bieden

“De situaties van verschillende initiatieven kunnen erg uiteenlopen, dus we geven geen vaste adviezen en protocollen uit. Maatwerk moet mogelijk zijn. Als er kennisvragen binnenkomen dan kijken we: wat is de gemene deler? Dan ontwikkelen we een richtlijn waar initiatieven zelf verder mee aan de slag kunnen”.

Zo kwamen er vorig jaar vragen over hoe om te gaan met de coronamaatregelen. Thuiswerken of ook (deels) op kantoor? Hoe gaan we contact houden met de deelnemers, met de vrijwilligers? “Bij mensen met schulden moet een fysiek contact toch mogelijk zijn”. Maar hoe zorg je voor de veiligheid?

Een van de eerste die ons benaderde met deze vragen was een bevlogen vrijwilligerscoördinator van een mooi kleinschalig maatjesproject in een Zuid-Hollandse gemeente. “Die coördinator is altijd op zoek voor zijn vrijwilligers: welke kennis en trainingen kan ik hun bieden, wat hebben we nu nodig – zo kwam hij ook met deze vraag bij ons terecht”. Hij was natuurlijk niet de enige die met deze vragen rondliep. Die vraag hebben we toen uitgezet. Het bleek dat grotere welzijnsorganisaties al wat meer hadden uitgewerkt. Daar hebben we één voorbeeldprotocol van gemaakt voor lokale organisaties om te gebruiken. Lokale initiatieven kunnen dat als een soort sjabloon invullen”.

Tussen lokale praktijk en landelijke slagvaardigheid

De meeste organisaties hebben sindsdien hun draai gevonden met corona. “We willen dit jaar graag ons tweejarig onderzoek uitzetten om te kijken hoe het gaat. Of het aantal hulpvragers is toegenomen door corona. Ook specifiek jongeren, zzp’ers, flexwerkers”.

Ook in een breder kader wordt er gekeken of alle bevolkingsgroepen hun weg weten te vinden naar de maatjesinitiatieven. Partners SNM en IOT werken bijvoorbeeld specifiek aan de toegankelijkheid voor mensen met een migratieachtergrond, door bijeenkomsten voor hen te organiseren en hen te verbinden met de lokale organisaties uit onze achterban.

“Er komen ook weleens vragen van landelijke organisaties, zoals de VNG. Doordat we direct ondersteunen bij het lokale werk slaan we ook een brug tussen de dagelijkse praktijk en het grote systeem en beleid. Dat is ook een van mijn drijfveren: dat er beleid gemaakt wordt dat afgestemd is op wat je in de praktijk tegenkomt”. Zo is het LSTA onderdeel van het expertteam van het Nibud om nieuwe tools en trainingen te ontwikkelen, en wordt er ook samen met Humanitas aan de trainingen gewerkt. “We zijn bezig een wervingstoolkit te maken samen met de AVS, compleet met posters en flyers, en die kan je gewoon lokaal aanpassen. Vooral voor de kleinere organisaties en zelfstandigen die geen afdeling communicatie hebben is dat heel handig”.

Voorop staat dat coördinatoren geholpen worden om de kwaliteit van het vrijwilligerswerk te verbeteren. Zo werken we samen om mensen die financieel vast komen te zitten écht verder te helpen.

Gerelateerde artikelen

Interview met Gejo Duinkerken van Gilde Vakmanschap.
Interview met Leo Böke, coördinator van vrijwilligers die burgers ondersteunen bij geldzaken, voor Buurtteam Amsterdam-West.
Monique Linthorst vertelt over haar rol als coördinator van de Vrijwillige Thuisadministratie bij Carinova in Deventer.