Werken zonder armoede

De Sociaal-Economische Raad (SER) onderzoekt regeringsbeleid en geeft advies aan de overheid. Onlangs verscheen een nieuw rapport “Werken zonder armoede”. Voor de SER (die bestaat uit werkgevers, vakbonden en onafhankelijke kroonleden), is armoede op of onder de ‘niet veel maar toereikend-norm’, de norm die SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) hanteert in haar armoede monitoren. Dit zijn huishoudens die onder de € 1.134,- per maand zitten als zijn alleenstaand zijn, € 1.555,- voor stellen zonder kinderen en € 1.850,- voor stellen met kind.

Vanuit deze definitie zijn er ruim 220.000 huishoudens (3% van de beroepsbevolking) die inkomen hebben uit werk maar ook veel uitdagingen ondervinden om rond te komen. Volgens de SER bestaat de werkende arme uit een diverse groep maar delen zij dat zij onregelmatig werk hebben, laagbetaald zijn en niet voldoende uren kunnen maken. Mensen met flexibele arbeidscontracten, deeltijd maar ook zelfstandigen zonder personeel hebben grotere kans om op of onder de ‘niet veel maar toereikend-norm’ te komen. Van de 220.000 huishoudens heeft 125.000 huishoudens inkomen uit loondienst en 95.000 werk als zelfstandige. Relatief vaak hebben werkende armen een andere culturele achtergrond dan de Hollandse en wonen zij vaker in de grote steden of aan de randen van Nederland.

De SER roept op om het minimumloon per uur te verhogen. Ook moet er meer zekerheid komen voor mensen die werken op oproepbasis. De SER pleit ook voor verbetering van de financiële dienstverlening aan mensen met werk uit inkomen. Zij ziet een rol voor werkgevers en uitzendbureaus om financiële problemen bij werknemers eerder te herkennen en bespreekbaar te maken. Verder adviseert de SER dat het belasting- en toeslagensysteem versimpeld zou moeten worden en ziet zij graag dat de overheid meer investeert in sociale vangnetten.

Gerelateerde artikelen