Wat zijn obstakels bij financiële redzaamheid?

Hulpvragers kunnen om allerlei redenen moeite hebben met financiële zaken. Obstakels kunnen door tekortkomingen in basisvaardigheden – zoals lezen, schrijven en rekenen – ontstaan. Onder de basisvaardigheden worden ook digitale vaardigheden geschaard. Regelmatig komen schrijnende praktijkvoorbeelden aan het licht, van fraude of uitbuiting van ouderen: mensen die de weg in digitale zaken niet goed weten en sterk afhankelijk zijn van hulp. Voor vrijwilligers is het van belang om aandachtig en met tact met zulke situaties om te gaan, gezien gevoelens van schaamte spelen een belangrijke rol kunnen spelen. Op deze pagina lees je hoe je hierin afstemt en coördineert.

Lezen, schrijven en rekenen #

Ongeveer 2,5 miljoen mensen in Nederland hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Deze mensen worden laaggeletterd genoemd. Vaker dan je zou denken, zijn dat mensen met Nederlands als moedertaal. Naast het onderhouden van het contact met instanties, is het bijhouden van de administratie voor hen een ingewikkelde opgave. Laaggeletterdheid gaat dan ook vaak met financiële problemen – en met armoede – gepaard. Soms spelen ook problemen op andere leefgebieden een rol, in het geval van een licht verstandelijke beperking bijvoorbeeld.

Een autoriteit op het gebied van laaggeletterdheid in Nederland is Stichting Lezen en Schrijven. In een online minicursus praten zij je binnen 20 minuten bij; over wat laaggeletterdheid is, hoe je het signaleert en hoe je het bespreekbaar maakt. Stichting Lezen en Schrijven strijdt tegen onduidelijke communicatie vanuit de overheid, en vóór het gebruik van toegankelijke taal en de ontwikkeling van toegankelijke middelen voor kwetsbare groepen in de maatschappij. Er zijn diverse tools beschikbaar, die kunnen helpen om een inschatting te maken van iemands basisvaardigheden.

Laaggeletterdheid valt niet altijd direct op. Uit schaamte ontwijken mensen die moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen de situaties waarin zij die basisvaardigheden moeten gebruiken – en vooral: de situaties waarin zij dat anderen moeten laten zien. Denk aan het doorgeven van een boodschappenlijst of het optellen van een snelle rekensom. Als je een vermoeden hebt dat iemand niet helemaal mee kan, hoe kom je daar dan achter? Bijvoorbeeld door iemand zelf een brief te laten lezen, en te vragen naar de inhoud. Altijd is het zaak om het gesprek hierover met veel tact te voeren.

Laaggeletterdheid

Tools voor laaggeletterden

Wil je snel weten of iemand die je ondersteunt binnen de categorie laaggeletterden valt? Via deze link test je cliënt zijn of haar taalvaardigheid in elf stappen. Heb je te maken met cliënten van een lager taalniveau? Gebruik dan een van de basismeters: speciaal ontwikkelde instrumenten die binnen 15 minuten meer inzicht in basisvaardigheden geven.

Wil je iemand helpen snel iets te snappen? Verwijs eens naar steffie.nl. Op deze website worden allerlei belangrijke zaken – van het aanvragen van een DigiD tothet afsluiten van een zorgverzekering – in begrijpelijke taal uitgelegd.

Digitale (basis-) vaardigheden #

Naast lezen, schrijven en rekenen, worden ook digitale vaardigheden gerekend tot de basisvaardigheden: vaardigheden die iedereen moet beheersen, om mee te kunnen in de maatschappij. Laaggeletterden hebben vaak ook moeite met het gebruik van een computer of een smartphone. Daarnaast lopen ouderen, migranten die de taal niet spreken, en mensen met een chronische beperking extra risico om achterop te raken. De maatschappij is tenslotte steeds meer ingericht op de mensen die hier wel makkelijk in mee kunnen.


Stichting Lezen en Schrijven geeft aan dat 2,5 miljoen mensen in Nederland moeite heeft met (Nederlandse) taal, rekenen en digitale toegang; dat zijn ongeveer 1 op de 6 mensen. Het CBS benadrukt dat 453.000 mensen thuis geen internettoegang heeft – met name 65- en 75-plussers; met name mensen van een meer praktisch opleidingsniveau. Onderzoek van het ECBO wijst op een sterk verband tussen opleidingsniveau en digitale vaardigheden: de kans op digitale vaardigheden is bij laaggeletterden ongeveer drie keer zo groot dan bij andere mensen. Op het gebied van digitalisering dreigt een tweedeling in de maatschappij, en als vrijwilligersorganisatie is het van belang goed na te denken over wie tijdelijk of blijvend ondersteuning kan bieden aan de mensen die digitaal niet mee kunnen.

Eerste uitgangspunt bij het op touw zetten van de ondersteuning is het eigen netwerk: is er familie die kan helpen? Een computercursus in een buurthuis, waar mensen ondersteund kunnen worden? Vervolgens komt mogelijk een vrijwilliger in beeld. Zij kunnen cliënten ondersteunen aan huis, vanuit hun eigen huis, bij een lokale vrijwilligersorganisatie, of bij een lokale afdeling van de bibliotheek. Als bij iedere hulpvraag, loont het de moeite om aandacht te besteden aan matching. Wat is er met mijn deelnemer? Waar heeft hij moeite mee? Welke vrijwilliger kan daarbij hulp bieden?

Ondersteuning door overheid en bibliotheken

De DigiHulplijn biedt telefonische ondersteuning aan mensen met vragen over digitale zaken. Het gratis telefoonnummer is van maandag tot en met vrijdag, van 9 tot 17 uur bereikbaar op 0800-1508. De hulplijn is een initiatief van de Alliantie Digitaal Samenleven: een initiatief van private en maatschappelijke organisaties.

Bij de bibliotheken zijn over het algemeen altijd internetverbinding en printfaciliteiten beschikbaar, om zaken te doen met de overheid en de Belastingdienst. Ook bieden veel bibliotheken gratis cursussen gericht op digitale vaardigheid aan, en worden regelmatig spreekuren voor hulp bij aangifte en toeslagen georganiseerd. Bekijk de website van de bibliotheken voor meer informatie.

Financiële uitbuiting #

Voor ouderen zijn de maatschappelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, moeilijk bij te benen. Mensen worden, hoe ouder ze worden, steeds afhankelijker van hulp en contact. Die afhankelijkheid maakt hen extra kwetsbaar op het gebied van financiële uitbuiting en fraude. Denk aan pinpas-fraude, gedwongen testamentverandering, het misbruik van zorg-gelden en het ongepast gebruik maken van bezittingen. Vaker dan je zou denken komen daders uit de directe omgeving van slachtoffers: gezins- en familieleden, buren, kennissen, beroepskrachten of vrijwilligers.

Financiële uitbuiting is een vorm van mishandeling en wordt als huiselijk geweld aangemerkt. Ouderenmishandeling wordt vaak verzwegen door de betrokkene, gevoelens van schaamte spelen een belangrijke rol. Signalen worden vaak onvoldoende herkend door de directe omgeving van een oudere. In dat geval kunnen vrijwilligers en sociaal professionals een belangrijke rol spelen; als buitenstaanders kunnen zij signalen bespreekbaar proberen te maken, met elkaar en in afstemming met eventuele partnerorganisaties.

Hierbij is lokale samenwerking van groot belang. Tussen zorginstellingen, welzijnsinstellingen, politie, Veilig Thuis (voorheen Steunpunt Huiselijk Geweld), de lokale ouderenbond(en), ouderenadviseurs, Sociaal Raadslieden, vrijwilligersorganisaties, banken en notarissen (op deze webpagina van de Rijksoverheid is per provincie te vinden welke organisaties hulp kunnen bieden). Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht signalen van huiselijk geweld te melden. Vanuit de overheid is daarvoor een meldcode Huiselijk geweld beschikbaar. Hierin lees je precies welke stappen je als beroepskracht moet volgen als je vermoedens hebt van (financiële) uitbuiting van een cliënt. Vrijwilligers zijn niet verplicht zich aan de meldcode te houden, maar dat betekent natuurlijk niet dat zij daarin geen belangrijke rol spelen. Vaak zijn zij het juíst, die signalen als eerste opvangen, achter de voordeur, in het persoonlijk contact. Daarvoor gelden een aantal vuistregels. Denk je als vrijwilliger: het zal wel niets zijn, bespreek het dan met de coördinator of tijdens intervisie. Hebben beiden het idee dat er iets mis is, maak het dan bespreekbaar met de persoon in kwestie. Blijft twijfel bestaan, bel dan Veilig Thuis voor een anoniem overleg. Maakt iedereen zich zorgen, schakel dan direct hulp in.

Uitbuiting melden

Neem voor acute zaken rondom financiële uitbuiting op met Veilig Thuis, het advies-en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Het landelijke telefoonnummer 0800-2000 is 7 dagen per week, 24 uur per dag gratis bereikbaar.

Meer over ouderenmishandeling

Via de Kennisbank Aanpak Ouderenmishandeling vraag je informatie op over risicoprofielen en is een handreiking beschikbaar. Movisie maakte een infographic, die vrijwilligers informeert over kenmerken, signalen en handelswijzen bij (vermoedens van) ouderenmishandeling. Hierin komen belangrijke vuistregels en herkenbare voorbeelden van financieel misbruik bod.

Powered by BetterDocs