Welke impact hebben geldzorgen?

De laatste jaren groeit de aandacht voor de gevolgen van armoede en financiële problemen op mensen die het ondergaan. Eerder lag de focus op een verondersteld gebrek aan vaardigheden om goed de eigen administratie voeren. Zoals bijvoorbeeld bij het op tijd betalen van rekeningen en het al dan niet nakomen van (financiële) verplichtingen. Ook het krijgen van schulden werd makkelijk toegeschreven aan een gat in de hand of geen verantwoordelijkheid willen nemen.

Hoewel iedereen die mensen helpt met geldzaken zal onderkennen dat een meerderheid van de hulpvragers een gebrek aan financiële vaardigheden laat zien, komt men er steeds meer achter dat hier meer aan de hand is. Het baanbrekende onderzoek Schaarste: Hoe een gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen (Mullainathan & Shafir, 2013) heeft aan dit inzicht een belangrijke bijdrage geleverd. Het laat goed zien wat de psychologische implicaties zijn van een chronisch tekort aan geld en hoe groot deze implicaties zijn op iemands vaardigheden en handelen.

Schaarste: een denksysteem #

De inzichten uit de ‘schaarste-theorie’ brachten de laatste tien jaar een verschuiving teweeg in het denken over financieel gedrag, en over de ondersteuning die daarbij geboden kan worden. Van een focus op vaardigheden is er meer en meer aandacht voor houding, gedrag en motivatie van hulpvragers.

Veel coördinatoren die actief zijn binnen geldzaken, krijgen te maken met hulpvragers die (na een tijd) ongemotiveerd lijken. Bijvoorbeeld omdat zij tóch weer onverstandig geld uitgeven, of afspraken niet nakomen. Het ligt dan voor de hand om te denken dat mensen niet gemotiveerd zijn, ‘erop los leven’ en niet instaan voor de gevolgen. Deze aannames blijken veel minder vaak te kloppen dan we misschien denken.

Kort gezegd, schaarste is niet alleen een economisch principe van vraag en aanbod maar vooral ook een denksysteem. Schaarste – of dat nu een gebrek aan tijd, geld of eten is – ‘neemt bezit’ van het denken en laat weinig ruimte over voor andere zaken. Maar hoe vindt dat proces dan plaats? Over welke denksystemen spreken Mullainathan & Shafir in hun onderzoek? Hieronder lees je een aantal voorbeelden.

Focusdividend

Stel: je stopt met roken of volgt een dieet. Hoe vaak denk je dan wel niet aan roken of snacken op een dag? Heel vaak natuurlijk – en dat is zo menselijk als wat. Want of dat nu een gebrek aan tijd, vrienden, aandacht of geld is: mensen denken vaker aan die zaken, waar zij een gebrek aan ervaren. Schaarste zorgt voor een focus op het tekort. Dat is een neiging van ons brein, die focusdividend wordt genoemd. Focusdividend is een vorm van tunnelvisie, als oogkleppen die hoofd- van bijzaak helpen te scheiden. In veel situaties is dat een handig mechanisme van ons brein.

Nog een voorbeeld: een vriend nodigt je uit voor een kopje koffie. Je hebt een deadline over drie maanden, natuurlijk accepteer je zijn uitnodiging. Maar wat als deze deadline over een paar dagen is? Focusdividend zorgt er dan voor dat je je waarschijnlijk focust op het halen van de deadline en dat kopje koffie overslaat. Het brein richt zich op het nu en niet meer op zaken die buiten de deadline liggen, zoals het onderhouden van vriendschap.

Het beperkende effect van focusdividend komt met name door de focus op kortetermijnoplossingen. Een langdurig tekort aan geld is niet zomaar opgelost met het halen van een deadline. In zo’n situatie zorgt focusdividend ervoor dat de lange termijn niet goed zichtbaar is. De zorg om het niet kunnen betalen van de huur iedere maand, maakt dat schuldsanering ervaren wordt als een doel dat nooit gehaald kan worden.

Bandbreedte

Mullainathan & Shafir vergelijken de hersenen ook wel met de processor van een computer. Zo’n processor heeft een gelimiteerd aantal berekeningen, die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden. En hoe sterker iemand schaarste ervaart, hoe vaker het focusdividend het denken op een tekort richt. Volgens de onderzoekers kan zo tot wel 80% van onze denkruimte in beslag worden genomen. Hierdoor blijft er vanzelfsprekend minder ruimte over voor andere gedachten zoals het vermogen om te plannen, vast te houden aan de plannen en om verleidingen te weerstaan. Met andere woorden: de bandbreedte neemt af.

Speelruimte

Naast het focusdivident en de bandbreedte speelt nog een ander proces een rol in de beleving van schaarste, iets dan ieder mens zal herkennen. We geven weer een voorbeeld. Stel, je gaat op vakantie naar een land waar je zowel de bergen in wil trekken als de zee in wil om te zwemmen. Heb je een grote koffer, dan neem je van alles mee: warme kleding en bergschoenen, een snorkel en een badhanddoek. Heb je een kleine koffer, dan heb je meer tijd nodig om de juiste keuzes te maken, je kunt immers niet alles meenemen. Je speelruimte is ingeperkt.

Zo is ook het maken van financiële keuzen met een grote beurs natuurlijk veel makkelijker dan met een kleine – denk alleen maar eens aan het doen van de dagelijkse boodschappen in de supermarkt. Heb je genoeg te besteden, dan gooi je alles waar je zin in hebt in de boodschappenkar. Maar met een kleine beurs moet je je bij ieder product bedenken of je het wel echt nodig hebt, of dit de juiste winkel is, fat de beste aanbieding en ga zo maar door. Weinig financiële speelruimte betekent goed plannen en nadenken om uit te komen met je geld. Dat vraagt om helder kunnen denken – iets wat mensen die schaarste ervaren juist niet meer goed kunnen.

Schaarste creëert schaarste: schaarsteval

Schaarste aan tijd zorgt dat we een deadline halen, maar wat als deze deadline nooit komt en het tekort blijft? Dan houdt de focus op het gebrek niet op en blijft de bandbreedte chronisch overbelast. Deze overbelasting heeft volgens onderzoek zelfs een direct effect op onze cognitieve vermogens: aangetoond is dat het IQ met 13 punten kan dalen. Het denkvermogen dat nodig is om goed uit te komen met weinig geld, is hierdoor niet beschikbaar als de zorgen om geld blijven bestaan. Hulp zoeken, accepteren en schulden aanpakken zijn processen die vragen om een langetermijnvisie en een helder plan. En daar schort het nu net aan; de problemen van nu overstemmen het maken van plannen op de lange termijn.

Onder invloed van dit proces, maken mensen met financiële problemen soms keuzes die moeilijk te begrijpen zijn voor anderen. Hebben ze een keer een financiële meevaller, en dan besluiten ze een nieuwe telefoon te kopen! Vanuit langetermijnperspectief bezien is dat natuurlijk geen slimme keuze, maar in het kortetermijndenken is dat juist wel het geval: eindelijk is er iets om blij mee te zijn! Schaarste creëert schaarste, door een overbelaste bandbreedte en een lager IQ, dat samen met weinig speelruimte het zicht op de juiste lange termijn vertroebelt.

Schaarste en het begeleiden van hulpvragers

Schaarste verklaart waarom mensen met financiële problemen niet altijd prioriteit geven aan het op orde houden van hun administratie. Schaarste ‘neemt bezit’ van iemands denken: het denken richt zich automatisch op het gebrek. Men wordt alerter en efficiënter op het vervullen van deze specifieke behoefte, maar tegelijkertijd ontstaat er een tunnelvisie: belangrijke dingen die niet met de schaarste te maken hebben, worden verwaarloosd. Zo hebben mensen met financiële problemen vaker te maken met relatie-, opvoed- en gezondheidsproblemen. Huishoudens die moeilijk rondkomen houden weliswaar vaker bij wat er wordt uitgegeven, maar zijn minder vaak structureel en planmatig met hun administratie bezig dan huishoudens die gemakkelijker rondkomen (Nibud, 2009). Wanneer er sprake is van armoede, is er bovendien geen of onvoldoende speelruimte om vergissingen of financiële tegenslagen op te vangen.

De studie van Mullainathan en Sharif levert een belangrijk inzicht op voor interventies en ondersteuning bij schulden en armoede. Het komt geregeld voor dat een hulpvrager, die wegens een tekort een bandbreedte moeite heeft om afspraken na te komen en verleidingen te weerstaan, het label ‘ongemotiveerd’ of ‘niet-willer’ krijgt opgeplakt. Hoewel het voor een hulpvrager cognitief mogelijk is om zelfstandig de administratie op te pakken of te leren beheren, kan het juist beter zijn om eerst de grootste stress op te lossen en rust en ruimte te bieden, bijvoorbeeld door te ondersteunen bij het ordenen van de administratie of deze misschien zelfs tijdelijk over te nemen. Dit kan ervoor zorgen dat de hulpvrager weer bandbreedte beschikbaar krijgt.

Powered by BetterDocs